Beeldende of creatieve therapie is een vorm van therapie waarbij je actief aan de slag gaat met je problemen door middel van beeldend werken. Er wordt gebruik gemaakt van beeldende werkvormen zoals tekenen, schilderen, boetseren, fotograferen, steen bewerken en andere creatieve technieken om een psychische of gedragsverandering te bewerkstelligen. Deze verandering kan betrekking hebben op emoties, gedrag of gedachten. 

Anders gezegd; Dat waar je in je leven tegenaan loopt zul je ook tegenkomen in het beeldend materiaal of in het contact met de therapeute. Denk bijvoorbeeld aan weinig zelfvertrouwen, moeite met uiten/beheersen van emoties of problemen in het contact met anderen.

De kracht van het beeldend werken is dat het accent vooral ligt op doen en ervaren en minder op praten. Het beeldend werk biedt letterlijk zicht op je problematiek en biedt de mogelijkheid om te oefenen met ander gedrag.

Het gaat er dus niet om dat je iets moois maakt of vaardig wordt in het beeldend werken. Het gaat er om dat je anders leert omgaan met je probleem. Beeldende therapie biedt bescherming door gebruik van beelden, metaforen en symbolen voor overweldigende emoties en helpt controle te krijgen over deze gevoelens.

Je leert je naar het eigen werk te kijken en patronen te herkennen, te benoemen en te veranderen Beelden kunnen dan verhelderend werken.

Een voorbeeld

“Het papier is een veilige omgeving om aan je gedrag te werken. Stel, iemand heeft moeite met grenzen stellen. Er is een oefening waarbij die persoon aan de ene kant van het lege vel papier gaat zitten en de therapeut aan de andere kant. De opdracht luidt: begin te tekenen aan jouw kant en werk zo naar de andere kant van het papier. Als iemand het moeilijk vindt om ruimte te eisen, dan merk je dat aan zijn manier van tekenen. Soms blijft die persoon in een heel klein hoekje van het papier werken en laat hij de therapeut op een gegeven moment gewoon over zijn tekening heen gaan. Terwijl hij ook van tevoren had kunnen afspreken: tot hier en niet verder. We herhalen de oefening net zo lang tot het goed gaat. Daarna is het tijd om de oefening op papier in de praktijk te brengen in het dagelijks leven.”